vivianvanriet.reismee.nl

Dag 7 naar Nkasa Lupala Lodge

In de nacht hoorden we getrompetter van olifanten en het loeien van buffels, verder was het erg rustig. Ook onze mede kampeerders hielden zich gedeisd. Het ochtendritueel liep gesmeerd, we raakten gewend aan het ritme, de taken verdeeld. Ad stookte de donkey op terwijl wij het ontbijt klaar maakten. Daarna werd er gepakt en gedoucht.

We reden net na 8 uur weg van Senyati. Op de weg door het park zagen we achtereenvolgens een hele kudde sabel antilopen (heel zeldzaam, tenminste in Zuid-Afrika), drie hyena's die ver voor onze auto de weg overstaken en twee kuddes olifanten.

Bij de grens was het een drama. We hadden de pech een lokale familie voor ons in de rij te hebben die èn bij de Botswaanse èn bij de Namibische douane ongelofelijk lang werk hadden. Aan de Namibische kant werden we eerst op Ebola gecontroleerd, ook een wassen neus natuurlijk. Daarna moest het formulier ingevuld worden voor de road tax. Vervolgens de paspoort controle, en daarna nog een politie controle, waar weer alle gegevens van de auto en het paspoort ingevuld moesten worden bij een zeer onvriendelijke beambte, die ons uiteindelijk doorliet. Het was warm en de temperatuur liep op naar 35 graden.

We dronken een kop koffie langs de weg, stopten in Katima Mulilo, dat tot onze verrassing veel groter was dan wij ons herinnerden. We kochten broodjes en reden verder over de onlangs geasfalteerde weg C49 naar het zuiden, richting Sangwali. Overal langs de weg lagen nederzettingen met traditionele hutjes. Het viel op dat er weinig of geen rommel langs en bij die hutjes lag. We passeerden tot 3 maal toe een veterinaire controle en alleen bij de laatste werden de autobanden ingespoten met desinfecterend middel, en moesten wij over een met desinfecterend middel doorweekte mat lopen. Wat een viezigheid.

Bij Sangwali moesten we van de weg af, door het dorp, en daarna 11 km over een 4x4 track door diep, rul zand. We passeerden 3 bruggen, en stopten in de mooie natuur om ons broodje op te eten.

Na 10 km bereikten we de ingang van het Nkasa Rupara National Park, het vroegere Mamili National Park. De Nkasa Lupala tented lodge lag 1 km ten oosten hiervan, aan de rand van het niet omheinde park.

We werden opgewacht met opfrisdoekjes en een drankje, kregen een briefing van de Italiaanse eigenaresse Laura, die een baby aan de borst had.

De lodge lag heel idyllisch op het Lupala Island aan de oever van de Kwando-Linyanti rivier, of een van de vele uitlopers daarvan, en de Meru tenten, gebouwd op een houten dek, keken uit op dit water. De Linyanti rivier vormt een eindje verder het park in weer de grens met Botswana.

We relaxten wat op ons eigen dek, en gingen rond 16.00 uur naar de lounge voor thee met cake. Er was free wifi maar die was zo oneindig traag, dat je geduld wel heel erg op de proef werd gesteld. In de verte zagen we een kudde olifanten, maar verder was er niet veel loos. De lodge was vol bezet met een arrogante Italiaanse groep en een luidruchtige Duitse groep. Na een verfrissende douche en een sundowner kozen we ervoor niet samen met die andere groepen aan één tafel te gaan zitten. De tafels waren mooi gedekt met linnen en kristal, kaarsjes en solarlampjes. Het zag er heel gezellig, zelfs romantisch uit.

Het eten was niets bijzonders maar het smaakte wel. Het hoofdgerecht bestond uit vis, een beetje onwerkelijk als je midden in de bush zit. We boekten onze combo tour voor de volgende ochtend en gingen zoals altijd op tijd naar onze tent. Vanuit het bed keken we naar de flonkerende sterren, en bij het geluid van de kikkers en de nijlpaarden vielen we snel in slaap.

Reacties

Reacties

Peter & Liesbeth

Mooie dag ondanks de vele controles.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!